Examples of using "Kuzen" in a sentence and their dutch translations:
- Het zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven.
- Het zijn neven.
- Morgen komt er een verre neef.
- Morgen komt er een verre nicht.
Ik wist niet dat Tom en Maria neef en nicht waren.
Wist je dat Tom en Maria neef en nicht waren?
- Niemand weet dat wij neven zijn.
- Niemand weet dat wij nichten zijn.