Examples of using "Geliyor" in a sentence and their dutch translations:
Oké.
Hier komt hij.
De lente komt.
De trein komt eraan!
De trein komt eraan!
- Er komt iemand aan.
- Iemand komt.
- De zomer komt eraan.
- Het wordt zomer.
Ze komt!
Ze komen aan.
Tom komt eraan.
- De bus komt eraan.
- De bus komt.
Hij komt met de bus.
- De winter is in aantocht.
- De winter komt.
- De winter komt eraan.
Zombies komen eraan!
Wie komt?
Van waar is hij afkomstig?
- Komt ge?
- Kom je?
- Komt u?
- Komen jullie?
De mannen komen.
Kerstmis komt eraan.
Komt ze?
Hulp komt eraan.
De helikopter komt eraan, ik hoor hem.
Hier komt de bus.
Daar komt ze.
- De buitenlander komt uit Schotland.
- De vreemdeling komt uit Schotland.
Het is bijna zeven uur.
Er komt iets aan.
De herfst is eindelijk daar!
- Hoe klinkt het?
- Waar klinkt het naar?
Klinkt goed!
Mij best.
Het einde van de wereld komt eraan.
Dat doet me deugd!
Tom komt me bekend voor.
Hier komt Tom.
De orkaan Sandy is op komst.
Dat klinkt bekend.
Hier komt de bus.
Hier komt de trein!
Waar komen baby's vandaan?
Er is een storm op komst.
Komt Tom?
Tom komt naar huis.
- Tom komt vandaag.
- Tom arriveert vandaag.
- Tom komt vandaag aan.
Zij komt uit het noorden.
Daar komt de bruid!
Daar is een flik.
Wie komt er met mij mee?
De trein is in aantocht.
Kerstmis komt er snel aan.
Ga je met ons mee?
Kijk! Ze komt eraan!
Ze komen naar huis.
Opgepast!
Dit klinkt goed hoor.
Kom je nog?
Komt hij?
Dat lijkt erop.
Wat heeft dat te betekenen?
We moeten evacueren. Er komt een tornado aan.
Daar komt er een aan.
Daar komt hij. Kom op.
Daar komt de helikopter.
Lijkt dit vergezocht?
En dat is ... Ben je er klaar voor?
Waar staat dat voor?
Kijk, hier komt je trein.
Wat betekent UN?
De koning en koningin komen eraan.
Je naam komt me bekend voor.
Voor zover ik weet komt hij met de auto.
Het is bijna lente.
Waar komt deze vlag vandaan?
Waar komt deze auto vandaan?
Komt hij echt?
De winter is in aantocht.
Tom komt met me mee naar Boston.
- Tom komt voor jou.
- Tom komt voor u.
Deze bloemen komen uit Nederland.
Jim komt ook naar het feest.
Er komt een sneeuwstorm aan.
Voor zover ik weet komt hij met de auto.
Het lijkt onmogelijk, maar het is waar.