Examples of using "Kardeşini" in a sentence and their dutch translations:
Denk aan jouw broer.
Ik ken jouw broer.
- Bel je broer.
- Bel uw broer.
- Bel jullie broer.
Kent ge zijn broer?
Breng uw broer mee.
- Ik kende jouw broer.
- Ik kende uw broer.
- Ik kende jullie broer.
Ik ken Toms zusje.
- Je doet me aan jouw broer denken.
- Je herinnert me aan jouw broer.
Tom sloot zijn zuster op in de kast.
Ik ken je broer heel goed.
Ken je zijn broer?
Ken je Toms zus?
- Hij gaf zijn bloed om zijn zuster te redden.
- Hij gaf zijn bloed om zijn zus te redden.
Bill nam zijn kleine broer mee naar de dierentuin.
Hij gaf zijn bloed om zijn broer te redden.
Hij geeft zijn bloed om zijn broer te redden.
Zij geeft haar bloed om haar zus te redden.
Tom hield van zijn broer, maar benijdde hem ook.