Examples of using "Getir" in a sentence and their dutch translations:
Breng de sleutel.
Breng mijn hoed.
Breng wijn.
Haal hulp.
Breng eten.
- Breng je vrienden mee.
- Laat je vrienden komen.
Breng thee.
Breng mango's mee.
Breng het hier.
Breng me het woordenboek.
Breng me de tijdschriften.
Breng me de schaar.
Breng onmiddellijk thee!
Pak een hamer en spijkers.
Geef mij de schaar alstublieft.
Breng me alsjeblief de loper.
Breng me wat water.
Breng me een handdoek.
Breng uw broer mee.
Breng de sleutels naar je broer.
Geef Tom wat water.
Neem je computer mee.
Ga Tom halen.
Breng zoveel dozen als je kunt dragen.
Breng mij de krant van vandaag alstublieft.
Breng me een glas bier.
Breng je hoed mee wanneer je naar ons komt.
Breng me nog een biertje.
Ober! Breng me alstublieft wat water.
Breng mij een stukje papier a.u.b.
Breng hem naar mij toe.
Breng mij een stukje papier a.u.b.
Breng me een glas water, alstublieft.
Breng me alsjeblieft azijn en olie.
Breng me de azijn en olie, alsjeblieft.
Haal alsjeblieft uit de kamer hiernaast even een stoel voor me.
Ga haar medicijnen halen en een glas water.
- Mag ik de rekening alstublieft?
- Zou ik de rekening mogen hebben, alstublieft?
- Mag ik de rekening?
Neem een paraplu mee, want er wordt regen verwacht in de namiddag.
Als je weer naar Turkije gaat, neem dan voor mij een fles raki mee.
Breng ons alstublieft twee tassen thee en een tas koffie.
Breng me een glas water, alstublieft.
Breng mij een proper bord en neem het vuile bord weg.