Examples of using "Durmak" in a sentence and their dutch translations:
Je moet stoppen.
Thuis blijven is saai.
We moesten stoppen.
Je moet bij hem uit de buurt blijven.
Waar ik het vandaag over heb,
De telefoon staat roodgloeiend.
Ik wilde me niet bewegen, dus ik hield een steen vast.
In de trein was het zo druk dat ik de hele rit heb moeten staan.
„Moeten de kinderen in een bepaalde volgorde gaan staan?” - „Ja, volgens leeftijd, alstublieft.”
...maar die bergen moet je vermijden. Daar is het weer het slechtst.