Translation of "Ondan" in Dutch

0.035 sec.

Examples of using "Ondan" in a sentence and their dutch translations:

- Ondan kurtulun.
- Kurtul ondan.

- Dump haar.
- Stuur haar weg.
- Poeier haar af.
- Zorg dat je van haar afkomt.

- Ondan kurtulmalıyız.
- Ondan kurtulmamız gerekiyor.

We moeten van haar afkomen.

Ondan bıktım.

- Ik ben hem zat.
- Ik heb genoeg van hem.

Ondan şüphelenmiyorum.

Daaraan twijfel ik niet.

Ondan hoşlanmıyorum.

- Ik vind haar niet leuk.
- Ik mag haar niet.

Ondan kurtulmalıyız.

We moeten van haar afkomen.

Ondan korkuyorum.

- Ik heb schrik van hem.
- Ik ben bang voor hem.

Ondan saklanıyorum.

Ik verstop me voor hem.

Ondan hoşlanmadım.

Ik vond het niet leuk.

Ondan vazgeçmeyeceğim.

Ik ga haar niet opgeven.

Ondan korkuyorsun.

- Jullie zijn bang voor hem.
- Jij bent bang voor hem.
- U bent bang voor hem.

- Ondan hoşlanacağınızı umuyorum.
- Ondan hoşlanacağını umuyorum.

Ik hoop dat het u zal bevallen.

- Onlar ondan nefret etti.
- Ondan nefret ediyorlardı.

Ze haatten haar.

Ondan daha akıllısın.

Je bent slimmer dan dat.

Ondan tavsiye istemelisin.

Je moet hem om advies vragen.

Kimse ondan hoşlanmıyor.

Niemand vindt het leuk.

Başlangıçta, ondan hoşlanmadım.

Eerst beviel hij me niet.

Ondan nefret edilir.

Hij is gehaat.

Bana ondan bahset!

Vertel me erover!

Kimse ondan anlayamaz.

Niemand kan het verstaan.

Ondan nefret ediyordu.

Ze haatte hem.

Annem ondan bahsetmedi.

Mijn moeder repte er niet over.

Onlar ondan korkuyorlar.

Ze zijn bang voor hem.

Bana ondan bahset.

Vertel me over hem.

Ondan uzak durmalısın.

- Je moet uit de buurt blijven van haar.
- Je moet uit haar buurt blijven.

Ondan kurtulmayı başardım.

Ik heb hem kunnen lozen.

Ondan hoşlanacağından eminim.

Ik weet zeker dat je het leuk zult vinden.

Ondan emin olamazsın.

Je kunt daar niet zeker van zijn.

Ondan bıktım artık!

Ik heb er genoeg van.

Ondan hoşlanacağınızı umuyorum.

- Ik hoop dat hij u zal bevallen.
- Ik hoop dat het u zal bevallen.

Ondan nefret ediyorum!

Ik haat dat!

Hepsi ondan korkuyor.

Ze zijn allen bang voor hem.

Polis ondan kuşkulandı.

De politie verdacht hem.

Ondan nefret ediyorum.

Ik haat dat.

Onlara ondan bahsettim.

Ik heb hen erover verteld.

Bize ondan bahset.

Vertel ons erover.

Ondan uzak dur.

Ga bij hem weg.

Sadece ondan kurtul.

- Doe het gewoon weg.
- Gooi dat ding weg.

Ondan hoşlanıyor musun?

- Vind je het leuk?
- Vinden jullie het leuk?

Ondan nefret ediyor.

Ze haat hem.

- Ondan daha fazlasını bekleyemezsin.
- Ondan daha fazla bekleyemezsin.

Je kan niet meer dan dat verwachten.

- Ben ondan daha uzunum.
- Ben ondan daha uzun boyluyum.

Ik ben groter dan hij.

- O ondan daha yaşlıdır.
- Kız, oğlandan büyük.
- Ondan büyük.

Zij is ouder dan hij.

Sanırım ondan özür dilemelisin.

Ik denk dat je je bij haar moet verontschuldigen.

Nasıl olsa, ondan hoşlanmıyorum.

Hoe dan ook, dit bevalt me niet.

Ondan haber aldın mı?

- Heb je van haar gehoord?
- Hebben jullie van haar gehoord?

Ondan bir iyilik istedim.

Ik vroeg hem om een ​​gunst.

O ondan daha sinsi.

Zij is sluwer dan hij.

O ondan daha akıllı.

Ze is slimmer dan hij.

Ondan kaçınmayı tercih ederim.

Ik vermijd het liever.

Kitabı ondan ödünç aldı.

Ze heeft het boek van hem geleend.

Ondan bir tane istiyorum!

- Ik wil er één!
- Ik wil er eentje!

Herkes ondan nefret ediyor.

Iedereen haat hem.

Mümkün olduğunca ondan kaçındı.

Ze probeerde hem zo veel mogelijk te ontwijken.

Ondan bir mektup bekliyorum.

Ik verwacht een brief van haar.

Tom ondan nasıl faydalandı.

Hoe heeft Tom daar gebruik van gemaakt?

Ben de ondan hoşlanmıyorum.

- Ik hou er ook niet van.
- Ik houd er ook niet van.
- Ik vind het ook niet leuk.
- Ik hou er evenmin van.

Ondan gerçekten şüphe ediyorum.

- Ik betwijfel het echt.
- Ik twijfel er echt aan.

Sanırım Tom ondan hoşlanırdı.

- Ik denk dat Tom dat wel leuk gevonden zou hebben.
- Ik denk dat Tom dat leuk gevonden zou hebben.

- Bana ondan bahset.
- Deme!

- Spreek mij daarover.
- Vertel me erover.
- Daar zeg je me wat.

Ben ondan daha uzunum.

Ik ben groter dan hij.

Ondan başka kimsem yok.

Ik heb niemand behalve haar.

Ondan hoşlandığın çok açık.

Het is overduidelijk dat je haar leuk vindt.

Tom ondan isteneni yapar.

Tom deed wat hem was gevraagd.

Ondan hiç şüphe etme.

Twijfel er nooit aan.

Onlar ondan nefret ediyor.

Ze haten hem.

Ondan uzak durmak zorundasın.

Je moet bij hem uit de buurt blijven.

Ben ondan tavsiye alıyorum.

Ik krijg advies van hem.

Ondan yardım istememiz gerekecek.

We zullen hem om hulp moeten vragen.

Bana ondan hiç bahsetmedin.

Daarover heb je me nooit verteld.

Tom'a ondan hoşlanmadığımı söyledim.

Ik vertelde Tom dat ik hem niet mocht.

Ondan bir mektup aldım.

Ik heb een brief van haar ontvangen.

Bu kitap ondan eskidir.

Dit boek is ouder dan dat.

Sana ondan bahsetmiş miydim?

Heb ik je wel eens over hem verteld?

Ondan kurtulmak mı istiyorsunuz?

Wilt u van hem af?

Ben ondan daha gencim.

Ik ben jonger dan hij.

Mücadele olmadan ondan vazgeçemez.

Hij zou niet zonder verzet opgeven.

Sen ondan daha uzunsun.

Jij bent groter dan zij.

Ondan çok şey bekleme.

Verwacht niet te veel van hem.

Ben ondan daha iyiyim.

Ik ben beter dan hij.

Zaten ondan hiç hoşlanmadım.

- Ik vond hem sowieso niet leuk.
- Ik vond hem toch al niet leuk.

Ondan her zaman kuşkulandım.

Ik heb hem altijd verdacht.

Tom gözlerini ondan alamadı.

Tom kon zijn ogen niet van haar afhouden.

Ondan iki yaş küçük.

Ze is twee jaar jonger dan hij.

Ondan herkes övgüyle bahseder.

Iedereen spreekt goed over hem.