Examples of using "Ondan" in a sentence and their dutch translations:
- Dump haar.
- Stuur haar weg.
- Poeier haar af.
- Zorg dat je van haar afkomt.
We moeten van haar afkomen.
- Ik ben hem zat.
- Ik heb genoeg van hem.
Daaraan twijfel ik niet.
- Ik vind haar niet leuk.
- Ik mag haar niet.
We moeten van haar afkomen.
- Ik heb schrik van hem.
- Ik ben bang voor hem.
Ik verstop me voor hem.
Ik vond het niet leuk.
Ik ga haar niet opgeven.
- Jullie zijn bang voor hem.
- Jij bent bang voor hem.
- U bent bang voor hem.
Ik hoop dat het u zal bevallen.
Ze haatten haar.
Je bent slimmer dan dat.
Je moet hem om advies vragen.
Niemand vindt het leuk.
Eerst beviel hij me niet.
Hij is gehaat.
Vertel me erover!
Niemand kan het verstaan.
Ze haatte hem.
Mijn moeder repte er niet over.
Ze zijn bang voor hem.
Vertel me over hem.
- Je moet uit de buurt blijven van haar.
- Je moet uit haar buurt blijven.
Ik heb hem kunnen lozen.
Ik weet zeker dat je het leuk zult vinden.
Je kunt daar niet zeker van zijn.
Ik heb er genoeg van.
- Ik hoop dat hij u zal bevallen.
- Ik hoop dat het u zal bevallen.
Ik haat dat!
Ze zijn allen bang voor hem.
De politie verdacht hem.
Ik haat dat.
Ik heb hen erover verteld.
Vertel ons erover.
Ga bij hem weg.
- Doe het gewoon weg.
- Gooi dat ding weg.
- Vind je het leuk?
- Vinden jullie het leuk?
Ze haat hem.
Je kan niet meer dan dat verwachten.
Ik ben groter dan hij.
Zij is ouder dan hij.
Ik denk dat je je bij haar moet verontschuldigen.
Hoe dan ook, dit bevalt me niet.
- Heb je van haar gehoord?
- Hebben jullie van haar gehoord?
Ik vroeg hem om een gunst.
Zij is sluwer dan hij.
Ze is slimmer dan hij.
Ik vermijd het liever.
Ze heeft het boek van hem geleend.
- Ik wil er één!
- Ik wil er eentje!
Iedereen haat hem.
Ze probeerde hem zo veel mogelijk te ontwijken.
Ik verwacht een brief van haar.
Hoe heeft Tom daar gebruik van gemaakt?
- Ik hou er ook niet van.
- Ik houd er ook niet van.
- Ik vind het ook niet leuk.
- Ik hou er evenmin van.
- Ik betwijfel het echt.
- Ik twijfel er echt aan.
- Ik denk dat Tom dat wel leuk gevonden zou hebben.
- Ik denk dat Tom dat leuk gevonden zou hebben.
- Spreek mij daarover.
- Vertel me erover.
- Daar zeg je me wat.
Ik ben groter dan hij.
Ik heb niemand behalve haar.
Het is overduidelijk dat je haar leuk vindt.
Tom deed wat hem was gevraagd.
Twijfel er nooit aan.
Ze haten hem.
Je moet bij hem uit de buurt blijven.
Ik krijg advies van hem.
We zullen hem om hulp moeten vragen.
Daarover heb je me nooit verteld.
Ik vertelde Tom dat ik hem niet mocht.
Ik heb een brief van haar ontvangen.
Dit boek is ouder dan dat.
Heb ik je wel eens over hem verteld?
Wilt u van hem af?
Ik ben jonger dan hij.
Hij zou niet zonder verzet opgeven.
Jij bent groter dan zij.
Verwacht niet te veel van hem.
Ik ben beter dan hij.
- Ik vond hem sowieso niet leuk.
- Ik vond hem toch al niet leuk.
Ik heb hem altijd verdacht.
Tom kon zijn ogen niet van haar afhouden.
Ze is twee jaar jonger dan hij.
Iedereen spreekt goed over hem.