Examples of using "Babasına" in a sentence and their dutch translations:
Hij lijkt op zijn vader.
Tom lijkt op zijn vader.
- Jack gelijkt op zijn vader.
- Jack lijkt op zijn vader.
Hij schrijft zelden naar zijn vader.
Ze zorgde voor haar zieke vader.
Tom lijkt precies op zijn vader.
Dat jongetje lijkt op zijn vader.
Wat hij vandaag is, dankt hij aan zijn vader.
Hij lijkt helemaal niet op zijn vader.
Denk jij dat hij op zijn vader lijkt?
Ze wil niet afhankelijk zijn van haar ouders.
Paula moet haar vader in de keuken helpen.
Ze hielp haar vader bij het werk in de tuin.
Hij lijkt als twee druppels water op zijn vader.
- Zo vader, zo zoon.
- Zo de vader, zo de zoon.
Junko is voor haar levensonderhoud nog steeds afhankelijk van haar ouders.