Translation of "İşimi" in Dutch

İşimi seviyorum.

Ik hou van mijn werk.

İşimi yapmıyorum.

Ik doe mijn werk niet.

İşimi yapıyorum.

Ik doe mijn werk.

İşimi iyi yaptım.

Ik heb mijn werk goed gedaan.

İşimi değiştirmeyi düşünüyorum.

Ik ben aan het denken om mijn werk te veranderen.

Bırak işimi yapayım.

Laat me m’n werk doen.

İşimi gerçekten seviyorum.

Ik hou echt van mijn werk.

İşimi yapmaya çalışıyorum.

Ik probeer mijn werk te doen.

Ben zaten işimi yaptım.

Ik heb mijn werk al gedaan.

Ben kendi işimi yaparım.

Ik doe mijn eigen ding.

Ben işimi çok seviyorum.

Ik ben gek op mijn werk.

İşimi yapmama izin ver.

Laat mij mijn werk doen!

Ben işimi çoktan bitirdim.

Ik heb mijn werk al af.

İşimi saat altıda bitirdim.

Ik was klaar met mijn werk om zes uur.

Ben zaten işimi bitirdim.

- Ik heb mijn werk al af.
- Ik ben al klaar met mijn werk.
- Ik heb mijn werk al gedaan.

İşimi bitirdiğimde sana yardım edeceğim.

- Ik zal u helpen als ik klaar ben met mijn werk.
- Ik zal u helpen wanneer ik met mijn werk klaar ben.

Başka hiç kimse işimi yapamadı.

Niemand zou mijn werk kunnen doen.

İşimi iyi yapmak için yemin ettim.

Ik heb gezworen mijn werk goed te doen.

Tom bana yeni işimi ne kadar sevdiğimi sordu.

Tom vroeg mij of ik mijn nieuwe job leuk vind.

İşimi kaybettim ve hiç param yok. Ne yapacağımı bilmiyorum.

Ik ben mijn baan kwijt en ik heb geen geld. Ik ben ten einde raad.