Translation of "Salimos" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Salimos" in a sentence and their dutch translations:

Salimos mañana temprano.

We vertrekken morgenochtend vroeg.

¿Salimos fuera a almorzar?

Gaan we uit eten?

- Vamos a salir.
- Nosotros salimos.

We gaan eropuit.

Salimos juntos cada fin de semana.

We gaan ieder weekeinde samen uit.

Salimos solo con gente que piensa como nosotros.

We gaan alleen met mensen om die hetzelfde denken als wij

¿Qué tal si salimos a comer afuera esta noche?

En als we deze avond eens buiten gingen eten?

¿No se dio cuenta de que salimos de la habitación?

Is het u niet opgevallen dat we de kamer uitgegaan zijn?

Ya salimos del cañón. Y estamos, otra vez, bajo el sol.

We zijn weer uit de sleufcanyon. Terug in de blakerende zon.

Cuando se terminó la celebración de Navidad, todos salimos a cantar villancicos.

Nadat het kerstfeest voorbij was, gingen we allemaal naar buiten om te zingen.