Translation of "Plancha" in Dutch

Por hacer la plancha más larga.

voor de langst volgehouden 'plank'.

Mi hermana plancha toda la ropa.

Mijn zus strijkt alle kleren.

No saben ni lo que es hacer la plancha.

Jij weet niet eens wat een 'plank' is.

No debes encender la plancha, el hervidor y el calefactor al mismo tiempo.

Je moet niet tegelijkertijd de strijkbout, de waterkoker en de radiator aandoen.

Mientras la plancha se calentaba, María vertió agua destilada en el tanque para hacer vapor.

- Terwijl het strijkijzer opwarmde, schonk Mary gedistilleerd water in het reservoir om stoom op te wekken.
- Terwijl het strijkijzer warm werd, goot Mary gedestilleerd water in het reservoir om stoom te produceren.