Examples of using "Nieva" in a sentence and their dutch translations:
- Het sneeuwt.
- Het is aan het sneeuwen.
Het sneeuwt daar.
Het sneeuwt.
Sneeuwt het in Boston?
Het sneeuwt hier altijd in de winter.
Bij ons sneeuwt het in januari.
In de winter valt er hier veel sneeuw.
Het sneeuwt nooit in dit land.
Als het morgen sneeuwt, maak ik een sneeuwman.
Ik draag altijd laarzen als het regent of sneeuwt.
Ach, het sneeuwt!
Hier sneeuwt het gewoonlijk niet veel.
Maar met deze sneeuw moet je slimmer zijn.
...maar als het zo sneeuwt moet je slimmer zijn.
Het sneeuwt vandaag.
- Als het morgen sneeuwt, maak ik een sneeuwpop.
- Als het morgen sneeuwt, maak ik een sneeuwman.
en in tegenstelling tot sneeuwval doet regen ijs smelten,
Het moet morgen gaan sneeuwen.
Heb ik me de hele week erop verheugd dat het donderdag zou gaan sneeuwen, nou is het donderdag, sneeuwt 't niet!