Examples of using "Mago" in a sentence and their dutch translations:
Ben je een tovenaar?
Ik ben geen tovenaar.
- Is hij een goochelaar?
- Is hij een tovenaar?
Ik wil een tovenaar zijn.
Ik heb een vriend wiens vader goochelaar is.
Is hij een tovenaar?
Je kunt nog zo handig zijn... ...ik kan niet toveren.
De tovenaar zwaaide met zijn toverstokje, en verdween in het niets.