Examples of using "Lo que" in a sentence and their dutch translations:
Snap je wat hij zegt?
- Doe wat je kunt, met wat je hebt en waar je bent.
- Doe wat je kunt met wat je hebt en wat je bent.
Vraag niet wat ze denken. Vraag wat ze doen.
Hoor je wat ik zeg?
wat hen diep van binnen drijft --
Doe wat je wil.
- Eet wat je wilt.
- Eet wat ge wilt.
- Eet al wat ge wilt.
Doe wat je wil.
- Eet wat je wilt.
- Eet al wat ge wilt.
Ik hoor wat je zegt.
en over wat hij deed --
wat het betekende.
Om het even.
- Heb jij begrepen wat hij zei?
- Hebt gij begrepen wat hij zei?
Weet jij wat dat betekent?
We zien wat we willen zien.
Ik zeg wat ik denk.
Doe wat je wil.
Ik weet wat ik wil.
- Weet hij wat gij gedaan hebt?
- Weet hij wat je hebt gedaan?
Is dit wat je wilde?
Wat jullie zien en wat jullie lezen, is niet wat er gebeurt.
- Doe wat je wilt.
- Doe wat je wil.
- Doe wat ge wilt.
- Doe wat u wil.
- Doe wat je goed lijkt.
Dat is niet wat je zei.
Je bent niet wat je hebt; je bent niet wat je doet;
Wie je bent is belangrijker dan wat je hebt.
Luister alsjeblieft goed naar wat ik zeg.
Laat mij zeggen wat ik denk.
Ik zag wat je had gedaan.
Het is niet wat je denkt.
Wat je zegt is waar.
We zien wat we verwachten te zien.
Lieg zoveel ge wilt, maar onthou wat ge zegt.
Verstaat ge wat ik zeg?
Ik begrijp wat ze zegt.
Ik herinner me wat je gezegd hebt.
Weet hij wat je hebt gedaan?
Dit is wat we willen weten.
Jullie mogen alles eten wat je wilt.
Weet je wat je moet doen?
- Ik begrijp niet wat je zegt.
- Ik begrijp niet wat u zegt.
Het is wat het is.
veranderen wat we belonen,
- Eet wat je wilt.
- Eet al wat ge wilt.
- Laat zien wat ge gekocht hebt.
- Laat me zien wat je gekocht hebt.
Zeg me wat je wil.
Pak maar wat je wilt.
- Doe wat je wilt.
- Doe wat ge wilt.
Ik ben wie ik ben.
Vertel eens waar je aan denkt.
Ik weet wat ik wil.
Zeg me wat je nodig hebt.
Geloof wat u wil.
- Ik weet nog wat ik zag.
- Ik herinner me nog wat ik zag.
Ik weet wat jullie willen.
- Vertel eens waar je aan denkt.
- Zeg wat je denkt.
Ik heb gekregen wat ik gevraagd had.
- Ik begrijp wat je zegt.
- Ik snap wat je zegt.
We weten wat we willen.
- Laat me zien wat je hebt.
- Laat me zien wat u heeft.
- Laat me zien wat jullie hebben.
Ik weet wat ik ga doen.
Ik doe wat ik kan.
Lees wat je wilt.
We weten wat je gedaan hebt.
Weet je wat ze gedaan hebben?
Vertel me wat je hebt.
Ik herinner me wat je gezegd hebt.
- Zoals je wilt.
- Je zegt het maar.
- Wat jij wilt.
- Wat je wil.
Ik zal doen wat u vraagt.