Examples of using "Guapo" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben mooi.
Ik ben mooi.
- Hé, knapperd!
- Hé, schoonheid!
Ben ik knap?
Wat een knapperd!
Hij is schattig.
Hij is erg knap.
Ik ben mooi.
Tom is knap.
Hij is knap.
- Hij is mooi en intelligent.
- Hij is knap en intelligent.
- Ik ben mooier dan jij.
- Ik zie er beter uit dan jij.
- Ze zei dat hij er knap uitzag.
- Ze zei dat hij knap was.
Ik ben de knapste.
- Hij is mooi en intelligent.
- Hij is knap en intelligent.
Tom is een knappe vent.
Tom is echt knap.
Ik zie er beter uit dan jij.
Glenn is mijn knappe vriend.
Ik ben knapper dan jullie.
Ik ben een kat.
Ik ben mooier dan u.
Ik ben mooi.
Dit is mijn broer. Ziet hij er niet knap uit?
- Ik ben mooier dan jij.
- Ik ben knapper dan jij.
- Ik zie er beter uit dan jij.
- Ik zie er beter uit dan jullie.
Ik ben mooier dan jij.
- Ik ben mooier dan jij.
- Ik ben knapper dan jij.
- Ik zie er beter uit dan jij.
- Ik ben mooier dan jij.
- Ik ben knapper dan jij.
- Ik zie er beter uit dan jij.
Je bent zo'n schattige jongen.
- Zij is zeer mooi.
- Ze is erg knap.
- Hij is heel mooi.
- Het is heel mooi.
- Het is prachtig.
In het koetsje zat een heer, niet knap, maar ook niet slecht van uiterlijk, niet al te dik, niet al te dun; oud kon hij niet genoemd worden, maar hij was ook niet al te jong.