Examples of using "Vosotros" in a sentence and their dutch translations:
- Je danste.
- U danste.
- Jullie dansten.
Zien jullie dit?
Jullie zijn dokters.
Ik heb iets voor jullie.
- Goed. En u?
- Met mij gaat het prima. En met jullie?
Laat me met je meegaan.
Kan ik met je praten?
Gaat u heen?
Zijn jullie ook Canadezen?
- Wanneer keer je terug?
- Wanneer kom je terug?
Ieder van u kan het doen.
U betaalt me erg goed.
Als ik jou was, zou ik het kopen.
Ik heb slecht nieuws voor u.
Ik ben knapper dan jullie.
- En u?
- En jullie?
Jullie zijn dokters.
Jullie zijn bang.
Jullie zongen.
En u?
Hij zegt dat hij met jullie wil spreken.
- Wij tweeën weten dat jullie tweeën liegen.
- We weten beiden dat jullie allebei liegen.
Kan ik met je praten?
Kent iemand van jullie Tom?
Je leest een boek.
Ik ben blij je ontmoet te hebben.
Jullie zijn dokters.
Kunnen jullie het raadsel oplossen?
Waar wonen jullie allemaal?
- En u?
- En jullie?
Ik blijf bij je.
- Wie ik vandaag ben heb ik aan jou te danken.
- Wie ik vandaag ben heb ik aan u te danken.
- Wie ik nu ben, heb ik aan jullie te danken.
Tom spreekt net zo goed Engels als u.
En jullie? Hoe gaat het met jullie?
Met mij gaat het prima. En met jullie?
Ik zal niet bij jullie blijven.
- Om het even wie van u kan het doen.
- Ieder van u kan het doen.
- Ieder van jullie kan het doen.
Wat zou ik zonder u doen?
- Ik heb slecht nieuws voor je.
- Ik heb slecht nieuws voor u.
- Ik heb slecht nieuws voor jullie.
Waar wonen jullie allemaal?
- Ik ben mooier dan jij.
- Ik zie er beter uit dan jij.
Heb je gewonnen?
- Ik, gij, hij, zij, het, wij, gij, zij zijn persoonlijke voornaamwoorden.
- Ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij zijn persoonlijke voornaamwoorden.
Ken jezelf.
- Ik, gij, hij, zij, het, wij, gij, zij zijn persoonlijke voornaamwoorden.
- Ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij zijn persoonlijke voornaamwoorden.
Vrede zij met u!
- Jij wint!
- U wint!
- Jullie winnen!
- Je hebt gewonnen!
- U heeft gewonnen!
- Jullie hebben gewonnen!
Ik ga met u mee.
Bedien u.
Wie van u kan morgen wat geld lenen aan haar vriend?
Hoeveel van jullie hebben niet ooit gezorgd voor een dier?
- Goed, en met u?
- Goed, dank u. En met u?
Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt!
Zonder jullie zou mijn leven zinloos zijn.
Tom wil u spreken.
Ik heb drie keer zoveel geld als jullie.
Je hebt het overleefd.
- Je speelde.
- U speelde.
- Jullie speelden.
Jullie zijn niet Spaans.
- Zonder jou ben ik niets.
- Zonder u ben ik niets.
Ik kan je niet vertrouwen.
Wat kan ik voor jullie doen?
Ik ben mooier dan u.
Het hangt van jullie af.
Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt!
Ik heb iets voor jullie.
- Bent u Japans?
- Ben je Japans?
Jullie gaan iedere morgen de inkopen doen.
- Gij eerst.
- Jij eerst.
- Ga jij maar eerst.
- Jij mag eerst.
Ik had vannacht een verschrikkelijke nachtmerrie waar ik jullie over wil vertellen. Misschien weet één van jullie wel wat hij betekent.
- En u?
- En jij?
- En jullie?
Wat kan ik voor u doen?
- Zonder jou ben ik niets.
- Zonder u ben ik niets.
- Ik ben niets zonder jullie.
- Ik heb iets voor je.
- Ik heb iets voor jullie.
Ik heb drie keer zoveel geld als gij.
Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt!
- Je had het beloofd.
- Je hebt het beloofd.
- Ik ben trots op je.
- Ik ben trots op u.
- Ik ben trots op jullie.
- Ik ben trots op jou.
- Iedereen is het met je eens.
- Iedereen is het met jullie eens.
Heb je het niet warm?
- En met jou, hoe gaat het met jou?
- En u? Hoe gaat het met u?
- En jullie? Hoe gaat het met jullie?
- Wat kan ik voor u doen?
- Wat kan ik voor je doen?
- Wat kan ik voor jullie doen?
Is er iets wat we voor u kunnen doen?
Zwaar, heel zwaar valt het zaaien, maar zoet en gezegend zullen de vruchten zijn. Groot en belangrijk is uw rol. De hele Esperantowereld kijkt naar u en verwacht veel van u.
- Ik ben mooier dan jij.
- Ik ben knapper dan jij.
- Ik zie er beter uit dan jij.
- Ik zie er beter uit dan jullie.