Examples of using "Inteligente" in a sentence and their dutch translations:
Hij is slim.
Hij is slim.
Jij bent slim.
Dat is waarschijnlijk slim.
Zij is intelligent.
Ik ben slim.
Wat intelligent!
Tom lijkt intelligent.
John is slim.
Judy is slim.
- Tom is slim.
- Tom is intelligent.
- Tom is pienter.
- Hij is mooi en intelligent.
- Hij is knap en intelligent.
Jij bent erg slim.
Zij is echt slim, niet?
Niks slims. Niks inspirerends.
Die jongen is slim.
Hij is heel verstandig.
Mijn vader is intelligent.
- Je bent een slimme jongen.
- Je bent een intelligente knaap.
Ze is erg intelligent.
Zij is intelligent, niet waar?
Hij ziet er niet uit als een intelligente jongen.
Dat was slim om hem vast te pinnen met de staaf.
Ze hebben heel slimme landbouw nodig.
Je bent slimmer dan dat.
Mijn zus is heel intelligent.
- Die jongen is erg slim.
- Die jongen is erg intelligent.
- Hij is mooi en intelligent.
- Hij is knap en intelligent.
Dit dier is erg intelligent.
Carlos is intelligent en creatief.
Hij is slimmer dan ik.
Hij is werkelijk heel intelligent.
Mijn zus is heel intelligent.
Ik weet zeker dat hij intelligent is.
Zij is minder intelligent dan jij.
Ik droeg hem, om er slim uit te zien,
Ze is even intelligent als mooi.
Hij is minder intelligent dan ik.
Hij is intelligenter dan zij.
Ze is slimmer dan hij.
Een hond is een intelligent dier.
Hij is minder intelligent dan ik.
Leven er intelligente wezens op aarde?
Jij bent slim.
Hoe is het om verliefd te worden in een slimme stad?
Ik ben duizend maal intelligenter dan zij.
Niemand is verstandiger dan hij.
Hij is niet zo slim als zijn broer.
Hij is intelligent en bovendien beleefd.
Dolfijnen zijn zeer intelligente dieren.
Hij is intelligenter dan zij.
- Je bent heel slim.
- U bent heel slim.
- Jullie zijn heel slim.
Het Pentagon investeerde in iets dat 'slim stof' heet,
Dat was slim om hem vast te pinnen met de staaf.
Het is slim om het uv-licht te gebruiken om schorpioenen te zoeken.