Examples of using "Deportes" in a sentence and their dutch translations:
Ik doe aan sport.
We hebben sportles.
Ik vind sporten leuk.
Hij houdt van sport.
Hou je van sport?
Ik ben slecht in sport.
Mijn broer doet niet aan sport.
- Ik geef niet om sport.
- Ik heb het niet zo met sport.
Ik ben niet goed in sport.
Wanneer je sport,
vaak tijdens sporten zoals voetbal.
Ik hou van muziek en sport.
Sporten zijn goed voor je gezondheid.
Ik lees altijd eerst de sportbijlage.
Hou je van sport?
Ik hou meer van muziek dan van sport.
Wat sport betreft is John erg goed.
Tennis is mijn favoriete sport.
Hij houdt niet alleen van muziek maar ook van sport.
Welk type sport vind je leuk?
De tegenovergestelde visie komt uit de sportwereld.