Translation of "Conocían" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Conocían" in a sentence and their dutch translations:

Me conocían.

- Ze kenden me.
- Ik was bekend bij hen.

Todos conocían esa canción.

Iedereen kende dit liedje.

Todos conocían la canción.

Iedereen kende dit liedje.

Todos en la villa lo conocían.

Iedereen in het dorp kende hem.

Todos los que le conocían le admiraban.

Iedereen die hem kende bewonderde hem.

Sabía que si mis amigos conocían este problema,

Ik wist dat als mijn vrienden van dit plastic afwisten,

Era evidente que las dos mujeres se conocían muy bien.

Het was overduidelijk dat die twee vrouwen elkaar goed kenden.

Era la primera vez que se conocían en persona en ocho años.

Het was de eerste keer dat ze elkaar in acht jaar ontmoetten.

"Hoy han enterrado al lechero. Había mucha gente, porque todos en el pueblo le conocían." "Oh, ¿hay un lechero en Linschoten?" "¡Bueno no, ya no!"

"Vandaag is de melkboer begraven. Er was veel volk, want op het dorp kende iedereen hem." "O, is er in Linschoten een melkboer?" "Nou nee, nu dus niet meer!"