Examples of using "Buen" in a sentence and their dutch translations:
- Eet smakelijk!
- Eet smakelijk.
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!
- Wat een goed schot!
- Wat een goede schutter!
Eet smakelijk.
Goed gedaan, kerel!
Fijne reis!
Eet smakelijk!
Goed gedaan.
Goed gedaan, jij.
Goedemorgen.
Goede reis!
Eet smakelijk!
Goede show!
Goed schot!
Een goede vlucht!
Braaf poesje!
- Eet smakelijk!
- Eet smakelijk.
Mooi kostuum.
- Goede jongen.
- Goed zo, jongen.
Brave hond!
Een goede vlucht!
Een goed begin is het halve werk.
- Het is mooi weer.
- Het weer is mooi.
Je bent een goede jongen.
Vandaag heb ik een goede eetlust.
- Ik ben een brave jongen.
- Ik ben een goede jongen.
Nog een goede zondag!
- Ik wens u een goede reis.
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!
Goed werk. Goed gedaan.
- Het is mooi weer.
- Het is mooi weer buiten.
Ik ben een goede taxichauffeur.
- Hallo, dokter!
- Goedemorgen, dokter!
- Het ziet er goed uit.
- Hij ziet er goed uit.
- U ziet er goed uit.
- Zij ziet er goed uit.
- Lekker weertje hè?
- Mooi weer, toch?
Wat een prachtig weer.
Hij heeft een goede uitspraak.
Wat een goed schot!
Zwemmen is een goede oefening.
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
Je zou een goede diplomaat zijn.
Zwemmen is een goede oefening.
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
Ken jij een goede tandarts?
Ken jij een goede tandarts?
zou je dan liever een goede dag hebben
"Heb je een goede dag gehad?"
Dit was 'n goede vondst.
Goed werk, we hebben het gered.
Dat is een goede vondst. Oké.
Dat is een goede vondst. Goed.
Dit is een goed punt.
Vandaag heb ik een goede eetlust.
- U bent op de goede weg.
- Je zit op de goede weg.
- Jullie zitten op de juiste weg.
- U bent op het juiste spoor.
- Je bent goed bezig.
Tom is een goede kok.
Hij zag er goed uit.
Hij heeft een scherp oor.
Het weer was erg goed.
Ik heb een goed woordenboek nodig.
- Heb een goede dag.
- Een mooie dag gewenst.
- Een mooie dag verder.