Examples of using "шёл" in a sentence and their dutch translations:
- Het regende.
- Het was aan het regenen.
Het was aan het sneeuwen.
Het regende uren aan één stuk door.
Het regende zonder ophouden.
Het miezerde.
- Hij ging snel.
- Hij liep snel.
- Hij ging snel.
- Hij liep snel.
Het heeft een week lang geregend.
Het sneeuwde in Osaka.
Hij liep voor de auto.
Het heeft geregend vannacht.
Hij liep snel.
Het sneeuwde.
Het regende zonder ophouden.
- Het regende een week lang.
- Het bleef een week regenen.
Het stortregende gisteren.
Het regende de ganse dag zonder ophouden.
Ik wandelde.
Het heeft de hele nacht gesneeuwd.
- De regen duurde vijf dagen.
- Het regende vijf dagen.
Het sneeuwde vannacht.
Het regende in het bos.
Het regende gedurende vijf dagen.
Het was al de hele week aan het sneeuwen.
Het heeft de hele dag gesneeuwd.
Hij was op weg naar zijn werk.
Het sneeuwde in Jeruzalem.
Het sneeuwde vannacht.
Het bleef drie dagen regenen.
Het regende vijf dagen na elkaar.
Het regende gisteren de hele dag.
Het regende hard de hele dag door.
Toen ik wakker werd, sneeuwde het.
Het regende hard in Boston.
Het regende de hele middag.
Het sneeuwde zoals voorspeld.
Waar ging hij heen?
Ik wandelde alleen.
- Tom liep naar huis.
- Tom is naar huis gelopen.
- Tom is naar huis gewandeld.
- Tom wandelde naar huis.
Ondanks dat hij ziek was ging de jongen toch naar school.
Het miezerde.
Het sneeuwde gisteren.
Het sneeuwde van maandag tot vrijdag.
Heeft het gisteren gesneeuwd?
Waar ging je naartoe?
Tom liep.
Tom is me naar huis gevolgd.
Waar ging Tom naartoe?
Toen ik wakker werd, sneeuwde het.
Zij bleven thuis omdat het regende.
- Hij liep naar huis.
- Hij is naar huis gelopen.
Aangezien het regenachtig was, werd de honkbalwedstrijd afgelast.
De trein ging 500 mijl per uur.
Het regende gedurende vier dagen.
Ik ging naar buiten, ook al regende het.
We hebben veel regen gehad deze maand.
De film duurde twee uur.
Het sneeuwde vannacht.
- De trein bewoog zich voort met 500 mijl per uur.
- De trein ging 500 mijl per uur.
Het regende sterk gisteren.
Het heeft gisteravond geregend.
- Je zou wat moeten slapen.
- Je zou moeten gaan slapen.
Het sneeuwde, maar het was niet erg koud buiten.
Ik wil niet dat Tom naar je kantoor gaat.
Ik heb de indruk dat het al de hele dag regent.
- Het sneeuwde gisteren.
- Gisteren viel er sneeuw.
Je hoeft niet meteen te gaan.
Waar ging Tom naartoe?
Het regende de ganse dag zonder ophouden.
Ik kon niet gaan omdat het regende.
Het was de eerste keer dat ik langs de Mogami-rivier wandelde.
Het regende gisteren de hele dag.
Toen ik wakker werd, sneeuwde het.
Het heeft de hele dag gesneeuwd.
Gisteren regende het.
Het regende zo hard dat we hebben besloten hem een andere keer op te zoeken.
Ik denk dat ik gevolgd werd door iemand.
Hij negeerde me opzettelijk toen ik hem op straat tegenkwam.
Ik wil niet dat je naar huis gaat.
Misschien werd je gevolgd.
Het regende en de lange haren van Joe waren helemaal nat vooraleer hij thuis was.
Ik ben al meer dan vier uur aan het lopen.
Tom volgde ons.