Examples of using "церкви" in a sentence and their dutch translations:
Tom is in de kerk.
Meestal is er in een kerk een orgel.
Mijn huis is in de buurt van de kerk.
Hou oud is die kerk?
- Zij werd geëxcommuniceerd.
- Ze werd geëxcommuniceerd.
We koppelen de kerk aan de armen.
In Nederland zien we kerken en zorgorganisaties
Ik kom elke dag langs die kerk.
Ga rechtdoor tot je bij de kerk bent.
Tom was de afgelopen zondag niet in de kerk.
Hou oud is die kerk?
Tom en Mary trouwden in een kerkje niet ver hier vandaan.
Ik ga niet naar de kerk.
Kunt u me uitleggen waarom er in bijna elk dorp twee kerken zijn?