Examples of using "сигареты" in a sentence and their dutch translations:
Doof jullie sigaretten!
Waar zijn mijn sigaretten?
Ik heb sigaretten nodig.
Koffie en sigaretten.
Ik rook sigaretten.
Sami heeft een hekel aan sigaretten.
Hij koopt sigaretten.
Ze koopt sigaretten.
Laat geen sigarettenas op het tapijt vallen.
We verkopen geen alcoholische dranken noch sigaretten aan personen onder de achttien jaar.