Examples of using "нужны" in a sentence and their dutch translations:
Hebt u de sleutels nodig?
Je hebt ons nodig.
- Heb je de sleutels nodig?
- Hebt u de sleutels nodig?
- Heb je geld nodig?
- Hebt u geld nodig?
- Heeft u geld nodig?
Iedereen heeft vrienden nodig.
Ik wil details.
Ze heeft geld nodig.
We hebben experts nodig.
Tom wil bewijs.
We hebben experts nodig.
- Heb je de sleutels nodig?
- Hebt u de sleutels nodig?
Heb je sleutels nodig?
Ik heb jullie nodig.
Je hebt ze nodig.
We hebben het geld niet nodig.
Ik heb ijsklontjes nodig.
Ik zal details nodig hebben.
maar vereisen ook daden.
We hebben geld nodig.
Ze hebben het geld nodig.
We hebben bewijzen nodig.
Ik wil feiten.
- Zij heeft geld nodig.
- Ze heeft geld nodig.
Ik heb sigaretten nodig.
Tom heeft een bril nodig.
Heb je de sleutels nodig?
- Hij heeft geld nodig.
- Hij is blut.
Heb ik een beugel nodig?
Hij heeft een bril nodig.
Ik heb een verandering nodig.
We hebben regels nodig!
Hebt u de sleutels nodig?
Batterijen zijn niet nodig.
Heb je een bril nodig?
Heb je sleutels nodig?
Tom heeft training nodig.
- Ik heb antwoorden nodig.
- Ik moet antwoorden hebben.
Ik heb bewijs nodig.
Ik heb een schaar nodig.
- We hebben regels nodig!
- We hebben nood aan regels!
Heb je geld nodig?
Ik heb vrienden nodig.
Ik heb jullie nodig.
Ik heb een bril nodig.
Het land heeft een verandering nodig.
- Heeft ze geld nodig?
- Heeft hij geld nodig?
- Heeft u geld nodig?
Jullie hebben ons nodig.
Ze heeft een bril nodig.
We hebben u nodig.
Iedereen heeft vrienden nodig.
Hebben psychiaters psychiaters nodig?
- Jullie hebben het geld nodig.
- U hebt het geld nodig.
- U heeft het geld nodig.
Zij heeft u nodig.
- We hebben jouw geld niet nodig.
- We hebben je geld niet nodig.
We willen hier geen profiteurs.
Ik heb een bril nodig om te lezen.
Je kunt maar beter handschoenen aandoen.
We willen allemaal redenen hebben.
Ik wil ze levend.
We hebben hen niet nodig.
Ik wil mijn spullen.
Tom heeft nieuwe schoenen nodig.
Zij heeft geen geld nodig.
We hebben het geld nodig.
Zwitserland heeft betere appels nodig.
Ik heb mijn sleutels nodig.
Ik heb kleurpotloden nodig.
Tom heeft geen bril nodig.
Ik heb nieuwe banden nodig.
Ik heb nieuwe sokken nodig.
Ik heb nieuwe laarzen nodig.
We hebben nieuwe batterijen nodig.
Ik heb mijn laarzen nodig.
We hebben daden nodig, geen woorden.