Examples of using "сеньор" in a sentence and their dutch translations:
Hallo, is meneer Freeman er?
Wat is uw naam, meneer?
De eigenaar van dit huis is de heer Yamada.
Meneer Johnson is ouder dan ik dacht.
Een of andere meneer Jones kwam om je te zien.
De heer Tanaka is op het ogenblik niet op zijn kantoor.
Een zekere mijnheer West heeft gebeld tijdens uw afwezigheid.