Examples of using "зовут" in a sentence and their dutch translations:
Heet jij Tom?
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is jouw naam?
- Wat is uw naam?
Hallo, ik heet Pekka. Wat is uw naam?
Hoe heet je vrouw?
Wat is de naam van uw dochter?
Hoe heet hun dochter?
- Ik heet Tanaka Itsjiro.
- Ik heet Ichiro Tanaka.
- Hun zoon heette Edward.
- Ze noemden hun zoon Edward.
Hoe heten je kinderen?
Mijn man heet Tom.
- Wat is de naam van je docent?
- Wat is de naam van je leerkracht?
Heet uw broer Tom?
Hoe heet uw vriendin?
Mijn naam is Nanfu.
De naam van de hond is Ken.
- Mijn naam is Tom.
- Ik heet Tom.
Mijn naam is Ludwig.
- Mijn naam is Ivan.
- Ik heet Ivan.
Ze heet Nina?
- Ik heet Andrea.
- Mijn naam is Andrea.
Mijn naam is Wang.
Ik heet Luis.
- Ik heet John.
- Mijn naam is John.
Ik heet Jack.
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
Mijn naam is Henry.
Mijn naam is Farshad.
Mijn naam is Ahmad.
Mijn naam is Yatarou.
Ik heet Sasha.
Wat is zijn naam?
Ik heet Julius.
Hoe heet u?
Ik heet Hashimoto.
Ik heet Francesca.
Mijn naam is Muhammed.
Ik heet Ricardo.
Hij heet Tom.
Haar naam is Lucifera.
Mijn naam is Hisashi.
Ik heet Robin.
- Mijn naam is Alex.
- Ik heet Alex.
- Mijn naam is Julio.
- Ik heet Julio.
Mijn naam is Emily.
De naam van de kat is Madonna.
Ik denk dat zijn naam Tom is.
Mijn vrienden noemen mij Maaike.
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is jouw naam?
- Wat is uw naam?
- Ik heet Kyril, aangenaam kennis te maken.
- Mijn naam is Cyrille, aangenaam kennis te maken.
Ken je zijn naam?
Ik weet wat jouw naam is.
- Ik heet Ricardo, en jij?
- Ik heet Ricardo, en u?
- Ik heet Ricardo, en jullie?
Ik heet Stuart Duncan,
hij heet Bob Osteen --
Mijn naam is Edgar Degas.
Iedereen noemt hem Jeff.
Mijn vrienden noemen me Ken.
Ze noemen hem Jim.
De naam van mijn robot is Multi.