Translation of "секрет" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "секрет" in a sentence and their dutch translations:

Это секрет.

Het is geheim.

Храни секрет.

Bewaar het geheim.

Это секрет?

Is het een geheim?

- Том знает твой секрет.
- Том знает ваш секрет.

Tom kent je geheim.

Это не секрет.

Het is geen geheim.

Полагаю, это секрет.

Ik denk dat het een geheim is.

Это наш секрет.

Dit is ons geheim.

- Я открою тебе один секрет.
- Я расскажу тебе один секрет.

Ik zal jou een geheim vertellen.

- Кто ещё знает твой секрет?
- Кто ещё знает ваш секрет?

Wie anders kent uw geheim?

- Это секрет.
- Это тайна.

- Het is een geheim.
- 't Is een geheim.

Это будет наш секрет.

Het wordt ons geheimpje.

- Это секрет?
- Это тайна?

Is het een geheim?

Ей очень хотелось выболтать секрет.

Ze wilde echt het verhaal vertellen.

Том рассказал мне свой секрет.

Tom vertelde me zijn geheim.

Говорят, он знает этот секрет.

Er wordt gezegd dat hij van het geheim op de hoogte is.

Секрет их успеха — их ленивый характер.

Het geheim van hun succes is hun luie aard.

Она не рассказала мне свой секрет.

Ze vertelde me haar geheim niet.

Я никому не открою твой секрет.

- Uw geheim is bij mij in zekerheid.
- Jouw geheim is bij mij in zekerheid.
- Je geheim zal bij mij veilig zijn.

- Это мой секрет.
- Это моя тайна.

Dat is mijn geheim.

Я не знал, что это большой секрет.

Ik wist niet dat het een groot geheim was.

Я знаю его адрес. Но это секрет.

Ik ken zijn adres. Maar het is een geheim.

Секрет их успеха – переход к круглосуточному образу жизни.

Het geheim van hun succes is overgaan naar een 24-uursbestaan.

- Я знаю секрет Тома.
- Я знаю тайну Тома.

Ik weet Toms geheim.

Я скажу тебе, только если ты пообещаешь хранить секрет.

Ik zeg je het enkel als je het voor jezelf houdt.

Вот мой секрет, он очень прост: зорко одно лишь сердце. Самого главного глазами не увидишь.

Dit is mijn geheim, het is heel eenvoudig: alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar.

- Ты умеешь хранить секреты?
- Вы можете хранить тайну?
- Вам можно доверить секрет?
- Вы умеете хранить секреты?

- Kan je een geheim bewaren?
- Kunnen jullie een geheim bewaren?
- Kunt u een geheim bewaren?