Examples of using "ранен" in a sentence and their dutch translations:
Agent gewond!
Ik ben zwaargewond.
- Hij is zwaargewond.
- Hij is ernstig gewond.
Tom is gewond.
Is Tom gewond?
Ik ben gewond.
Hij was zwaar gewond.
- Tom was gewond.
- Tom was gekwetst.
Ik was gewond.
Is er niemand gewond geraakt?
Iemand gewond?
Ik dacht dat je gewond was.
Ben je gewond?
Ik ben gewond.
Ben je gewond?
Hoe erg zijn Toms verwondingen?
Tom was niet gewond.
- Agent neergeschoten!
- Agent gewond!
- Niemand was gewond.
- Niemand is gewond geraakt.
- Niemand werd gewond.
- Niemand raakte gewond.
De soldaat was gewond aan het been.
Iemand gewond?
Ik dacht dat je gewond was.
Hij raakte gewond in de oorlog.
De buschauffeur was lichtgewond.
Ben je gewond?
Is er iemand gewond?
Ik was gewond.
Gelukkig raakte geen van de passagiers gewond.
- Niemand is gewond geraakt.
- Niemand werd gewond.
Gelukkig raakte geen van de passagiers gewond.