Translation of "написал" in Dutch

0.014 sec.

Examples of using "написал" in a sentence and their dutch translations:

- Что написал Том?
- Что Том написал?

Wat schreef Tom?

- Книгу написал Том.
- Эту книгу написал Том.

Tom heeft dat boek geschreven.

- Он написал письмо.
- Он написал одно письмо.

- Hij heeft een brief geschreven.
- Hij schreef een brief.

- Кто написал это стихотворение?
- Кто написал эту поэму?

- Wie heeft dit gedicht geschreven?
- Wie schreef dit gedicht?

- Он вчера написал письмо.
- Он вчера письмо написал.

Gisteren heeft hij een brief geschreven.

Кто написал «Гамлета»?

Wie heeft Hamlet geschreven?

Кто написал письмо?

Wie heeft de brief geschreven?

Кто написал Библию?

Wie heeft de Bijbel geschreven?

Он написал письмо.

Hij heeft een brief geschreven.

Кто это написал?

Wie heeft dat geschreven?

- Он написал книгу о Китае.
- Он написал книгу про Китай.

Hij heeft een boek geschreven over China.

он снова мне написал.

stuurde hij nog een bericht.

Кто написал эти картины?

Wie heeft deze schilderijen gemaakt?

Кто написал эту книгу?

- Wie heeft dit boek geschreven?
- Wie schreef dit boek?

Я написал письмо Джиму.

Ik heb Jim een brief geschreven.

Брат написал письмо сестре.

De broer schreef een brief aan de zus.

Что ты вчера написал?

Wat heb je gisteren geschreven?

Эту книгу написал Том.

Tom heeft dat boek geschreven.

Том написал письмо Санте.

Tom schreef een brief aan de kerstman.

Он написал две книги.

- Hij heeft twee boeken geschreven.
- Hij schreef twee boeken.

Ты написал эту книгу?

- Hebt gij dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?

Том написал две книги.

- Tom heeft twee boeken geschreven.
- Tom schreef twee boeken.

Угадай, кто мне написал.

Raad eens wie me heeft geschreven.

Сколько симфоний написал Бетховен?

Hoeveel symfonieën heeft Beethoven geschreven?

Том ничего не написал.

Tom heeft niets geschreven.

Том написал Мэри письмо.

Tom schreef Maria een brief.

Прости, что столько написал.

Excuseer me dat ik zoveel geschreven heb.

Кто написал это предложение?

- Wie schreef deze zin?
- Wie heeft deze zin geschreven?

Он вчера написал письмо.

Gisteren heeft hij een brief geschreven.

Он написал одно письмо.

Hij heeft een brief geschreven.

Том написал много книг.

Tom heeft veel boeken geschreven.

Кто написал это письмо?

Wie heeft deze brief geschreven?

- Вчера вечером я написал три письма.
- Я написал три письма прошлой ночью.

Gisteravond heb ik drie brieven geschreven.

"Кто написал эту книгу?" — "Джон".

"Wie heeft dit boek geschreven?" "John."

Я написал для тебя песню.

Ik heb een liedje voor je geschreven.

Он написал ряд захватывающих детективов.

Hij heeft een stel spannende detectives geschreven.

«Кто написал эту книгу?» — «Джон».

"Wie heeft dit boek geschreven?" "John."

В Китае он написал книгу.

Hij schreef een boek in China.

Он написал книгу в Китае.

Hij schreef een boek in China.

Он написал книжку про фарфор.

Hij heeft een boek geschreven over porselein.

Кто написал эти два письма?

- Wie schreef deze twee brieven?
- Wie heeft die twee brieven geschreven?

Я написал ей длинное письмо.

Ik schreef haar een lange brief.

Кто написал какое-то письмо?

Wie heeft een brief geschreven?

Кто написал эту блестящую статью?

Wie heeft dat briljante artikel geschreven?

Он написал книгу о Китае.

- Hij heeft een boek geschreven over China.
- Hij heeft een boek over China geschreven.

Я написал письмо по-английски.

Ik heb een brief geschreven in het Engels.

Он ни написал, ни позвонил.

Hij schreef noch telefoneerde.

Том написал несколько кулинарных книг.

Tom heeft verscheidene kookboeken geschreven.

Я написал пару рождественских песен.

Ik heb een paar kerstliedjes geschreven.

Ты эту сказку сам написал?

Heb je dit sprookje alleen geschreven?

Вчера вечером я написал письмо.

Gisteravond heb ik een brief geschreven.

- Я не знаю, кто написал это письмо.
- Не знаю, кто написал это письмо.

- Ik weet niet wie deze brief geschreven heeft.
- Ik weet niet wie deze brief heeft geschreven.

Фред написал своей маме длинное письмо.

Fred schreef aan zijn moeder een lange brief.

Он написал много книг о Китае.

- Hij heeft veel boeken geschreven over China.
- Hij schreef veel boeken over China.

Ты знаешь, кто написал эту картину?

Weet je wie dit schilderij heeft geschilderd?

- Я написал письмо.
- Я написала письмо.

Ik heb een brief geschreven.

Том написал своё имя на доске.

Tom schreef zijn naam op het bord.

- Ты это написал?
- Вы это написали?

Heb jij dat geschreven?

Том написал записку на клочке бумаги.

Tom schreef een bericht op een stukje papier.

- Я написал это.
- Я написала это.

Ik schreef dat.

- Я написал Тому.
- Я написала Тому.

Ik heb Tom geschreven.