Examples of using "Sala" in a sentence and their dutch translations:
Maak de kamer schoon.
De kamer is aan het opwarmen.
Wie is in de kamer?
Mayuko kwam de kamer binnen.
De kamer was leeg.
Is er iemand in deze kamer?
Het lokaal is leeg.
De leerlingen zijn in het klaslokaal.
Er waren vijf jongens in de kamer.
Er is niemand in de kamer.
De kamer rook naar tabak.
Wacht in de wachtkamer.
Er zijn geen stoelen in deze kamer.
De kamer zal morgen geschilderd worden.
Tom is op zijn kamer Frans aan het leren.
Er is bijna geen zuurstof in de kamer.
Deze zaal was vol mensen.
- Er kwamen twee jongens uit de kamer gerend.
- Er kwamen twee jongens de kamer uitgerend.
Het is geen klaslokaal.
Ik heb iets in de kamer achtergelaten.
Het resort heeft een massagesalon.
Ze verlieten heel stilletjes de kamer.
In deze kamer mag niet gerookt worden.
Dit is de wachtkamer.
De kamer stond vol met computers.
Kunt u alstublieft plaats voor mij maken?
Een paar jongens kwamen het klaslokaal binnen.
"Waar is iedereen?" "In de vergaderruimte."
We ruimen ons lokaal op na school.
We zagen meneer Sato de kamer verlaten.
Ik was alleen in het lokaal.
Tom is op zijn kamer Frans aan het leren.
De kamer wordt door hem geschilderd.
Alle personen in deze zaal zijn van hetzelfde geslacht.
- Zij is niet in de keuken en ook niet in de zitkamer.
- Hij is noch in de keuken, noch in de woonkamer.
- Zij is noch in de keuken, noch in de woonkamer.
Toen ze de kamer binnen kwam, stond hij op.
De kamer was donker.
Hij rende het klaslokaal in.
- Loop niet in de klas a.u.b.
- Niet rennen in de klas, graag.
- Alsjeblieft niet rennen in het klaslokaal.
Zij drinken thee in de woonkamer.
Let erop dat er geen vreemde deze kamer binnengaat.
Zij is niet in de keuken en ook niet in de zitkamer.
Tom was de eerste om de kamer te betreden.
Ik wist wat er in de andere kamer was.
De nieuwe leraar is in de klas.
Er was niemand in de kamer.
Doe alsjeblieft het licht uit als je de kamer uitgaat.
Kom me alsjeblieft even helpen in mijn kamer.
De kamer was stil.
De kamer is half zo groot als de keuken.
Zet je hoed af wanneer je een klaslokaal binnenkomt.
Maria is het mooiste meisje van haar klas.
Niemand in zijn klas kan sneller lopen dan hij.
Doe uw schoenen uit voor ge de kamer binnengaat.
Tom heeft een vleugel in de woonkamer.
Ik weet niet waar de kamer van het schoolhoofd is.
We gaan het klaslokaal binnen.
Het aantal jongens in onze klas is dertig.
Ze beschuldigden hem ervan, dat hij in de klas zat om voor problemen te zorgen.
Ik kon een leerling horen snurken achter in de klas.
Er zijn 3 slaapkamers, een keuken, een eetkamer, een salon en een badkamer.
Ik vond haar kat in een lege kamer.
Tom kwam als eerste de kamer binnen.
Help je me even de kamer schoon te maken?
Lezen in een donkere kamer is niet goed.
Mijn broer en ik deelde de kamer.
Toen ik op een openbare school werkte, had ik tien-vijftien leerlingen in de klas.
Ik heb je nooit aantekeningen zien maken in de klas. Hoe lukt het je om de stof zo goed te onthouden?
De kamer is tweemaal kleiner dan de keuken.