Examples of using "Desapareceu" in a sentence and their dutch translations:
Tom is verdwenen.
- Tom is gewoon verdwenen.
- Tom is net verdwenen.
Wie is er verdwenen?
En toen, boem. Ze was weg.
Het geld verdween.
De sneeuw is verdwenen.
- Tom is verdwenen.
- Tom verdween.
Ze verdween in het donker.
Ze verdween.
- Hij is met de noorderzon vertrokken.
- Hij is spoorloos verdwenen.
- Hij is zonder enig spoor verdwenen.
Erika verdween zonder afscheid te nemen.
- Tom is spoorloos verdwenen.
- Tom verdween spoorloos.
Hij is spoorloos verdwenen.
Haar zoon verdween zeven jaar geleden.
De pijn is voor het grootste deel verdwenen.
Tom verdween tussen de schaduwen.
Tom verdween zonder een woord te hebben gezegd.
Dat tijdschrift verdween na zes jaar.
Nergens ter wereld is de armoede verdwenen.
Al het eten was weg.
En nu is hij compleet verdwenen. Laten we aan de andere kant van de berg gaan zoeken.
De tovenaar zwaaide met zijn toverstokje, en verdween in het niets.