Examples of using "Confiança" in a sentence and their dutch translations:
Hij won mijn vertrouwen.
Tom mist zelfvertrouwen.
...een ongelooflijk vertrouwen...
Hij won mijn vertrouwen.
Wees voorzichtig met wie je vertrouwt!
Ik vertrouw vreemdelingen niet.
Vriendschap vereist wederzijds vertrouwen.
Hij heeft mijn vertrouwen misbruikt.
Tom vertrouwt Maria.
Ik geloof dat hij te vertrouwen is.
Tom lijkt niet te vertrouwen.
Het gaf me een vreemd soort vertrouwen.
Ze hebben het volste vertrouwen in hun leider.
Ik vertrouw op je.
Jullie zijn ons vertrouwen niet waard.
We zullen nooit weten of hij te vertrouwen is.
Vriendschap zonder vertrouwen is als een bloem zonder geur.
Maar nadat oma stierf nam mijn zelfvertrouwen af,
Hij werd een heel betrouwbare man.
Hij heeft iets wat ik niet heb: zelfvertrouwen.
Het had een ongelooflijke interactie en vertrouwen kunnen opleveren.
En terwijl hij groeide, kreeg ze haar zelfvertrouwen terug.
Ze is een betrouwbaar mens.
Hij is gewoonlijk heel direct en eerlijk en wint daardoor het vertrouwen van wie hem kent.
Logica is een systematische methode om betrouwbaar uit te komen op de verkeerde conclusie.