Examples of using "Automóvel" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een blauwe auto.
Heb je de auto al gewassen?
Deze auto heeft elektrische spiegels.
Deze auto verbruikt veel benzine.
Ik kocht een nieuwe auto.
De productie van die auto begon in 1980.
Hij heeft een auto.
Ik kocht een nieuwe auto.
Hij is de auto aan het wassen.
Door de hoge snelheid is de auto doorgeslipt.
De auto van mijn vader is nieuw.
Hij is de auto aan het wassen.
Deze auto is gemaakt in Japan.