Examples of using "Gasolina" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb geen benzine meer.
Ik moet tanken.
- We hebben geen benzine meer.
- Onze benzine raakt op.
Ik ben winderig.
Tom had geen benzine meer.
Sami stinkt naar benzine.
De benzineprijs stijgt.
Deze auto verbruikt veel benzine.
Ach nee! De benzine is bijna op.
Benzine wordt per liter verkocht.
Laten we stoppen bij het volgende benzinestation.
We raakten op weg daarnaartoe door onze benzine heen.
Mijn broer werkt in een benzinestation.
Ik moet benzine tanken, want de tank is bijna leeg.
Orang-oetangs worden vaak gedood met machete of levend verbrand.
We moeten een tankstation vinden omdat deze auto binnenkort geen benzine meer zal hebben.