Examples of using "Tę książkę" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben dit boek aan het lezen.
- Ik lees dit boek.
Lees dit boek.
Ik heb dat boek diverse keren gelezen.
Ik zal jou dit boek geven.
Geef mij het boek.
Waar heb je dat boek gekocht?
Tom heeft dat boek geschreven.
Hebt gij dit boek geschreven?
Ik heb dit boek al uit.
Heb je dat boek al gelezen?
Je kan dit boek lezen.
Wie heeft dit boek geschreven?
Heb je dit boek gekocht?
Ik heb dit boek al uitgelezen.
"Wie heeft dit boek geschreven?" "John."
Dit boek is interessant om te lezen.
Hij wil dat boek lezen.
Mag ik dat boek lenen?
Niet iedereen houdt van dat boek.
Je mag dit boek gratis hebben.
Ik moet het boek voor zaterdag terugbrengen.
Hij heeft 1000 yen betaald voor dit boek.
Ik moet dit boek vandaag terugbrengen naar de bibliotheek.
Men zegt dat hij dat boek geschreven heeft.
Ik herinner mij dat ik het boek drie keer gelezen heb toen ik jong was.
Ik wil dat je dit boek leest.