Translation of "Czytam" in Dutch

Czytam

Ik lees.

- Często czytam.
- Ja czytam często.

Ik lees vaak.

Czytam książkę.

- Ik ben een boek aan het lezen.
- Ik lees een boek.

Nie czytam.

Ik lees niet.

Czytam czasopismo.

- Ik ben een tijdschrift aan het lezen.
- Ik lees een tijdschrift.

Czytam tę książkę.

- Ik ben dit boek aan het lezen.
- Ik lees dit boek.

Często czytam książki.

Ik lees vaak boeken.

Czytam twoją książkę.

Ik lees jouw boek.

Czytam dużo książek.

Ik lees veel boeken.

Nie czytam jego powieści.

Ik lees zijn romans niet.

Bez problemu czytam po hiszpańsku.

Ik kan zonder moeilijkheden Spaans lezen.

- Nie czytam książek.
- Nie czytuję książek.

Ik lees geen boeken.

Kiedy czytam jego komiksy, zawsze się śmieję.

Als ik zijn stripverhalen lees, moet ik altijd lachen.

W każdym miesiącu czytam minimum jedną książkę.

Ik lees elke maand minstens één boek.

- Czytam twoją książkę.
- Czytałem twoją książkę.
- Czytałam twoją książkę.

- Ik heb je boek gelezen.
- Ik heb uw boek gelezen.
- Ik heb jullie boek gelezen.
- Ik las je boek.
- Ik las uw boek.
- Ik las jullie boek.

Teraz ja czytam, ty czytasz i on czyta; wszyscy czytamy.

Nu lees ik, lees jij en leest hij; wij lezen allen.