Examples of using "Syna" in a sentence and their dutch translations:
Ik ken je zoon.
Ik heb een zoon.
Ze verloor haar zoon in de oorlog.
- Hij was razend op zijn zoon.
- Hij was boos op zijn zoon.
Ik heb hem gefeliciteerd met de geboorte van zijn zoon.
Ze hebben hun zoon John genoemd.
Hij heeft een zoon en twee dochters.
Hij heeft nog een zoon.
Ze is trots op haar zoon.
Ik ben trots op mijn zoon.
Mijn kleinzoon is de zoon van mijn zoon.
Mijn zoon zijn badeend is geel.
Hij heeft een zoon en twee dochters.
Deze cd is van mijn zoon.
Ik neem mijn zoon mee naar de dierentuin vanmiddag.
Ik heb hem gefeliciteerd met de geboorte van zijn zoon.
Hij heeft een zoon die John heet.
In den naam des Vaders, en des Zoons en des Heiligen Geestes. Amen.