Examples of using "Sprawdź" in a sentence and their dutch translations:
Controleer dat.
Check dit.
Testen, afwegen, neerzetten.
Testen, afwegen, neerzetten.
Controleer nog eens.
Zoek het woord op in het woordenboek.
Als je de betekenis van een woord niet kent, zoek het dan op in het woordenboek.