Examples of using "Słowo" in a sentence and their dutch translations:
Wat betekent dit woord?
Kies het juiste woord!
- Ik geef u mijn woord.
- Ik geef je mijn woord.
- Ik beloof het.
- Ik beloof het je.
Wat betekent dit woord?
Wat betekent dit woord?
Het woord heeft meerdere betekenissen.
Een goed woord kost niets.
Ik heb het woord een aantal keer voor haar herhaald.
Zoek het woord op in het woordenboek.
Hij koos elk woord met zorg.
Hoe spreek je dit woord uit?
Dit woord komt uit het Grieks.
Het is de eerste keer dat ik van dit woord heb gehoord.
- Wat is jouw lievelingswoord?
- Wat is jullie lievelingswoord?
Daarna zitten we eraan vast.
Het woord 'cliché' komt uit het Frans.
Ik weet niet hoe ik het woord moet spellen.
Dit woord komt uit het Grieks.
- Weet jij hoe je dit woord moet uitspreken?
- Weet u hoe dit woord uitgesproken dient te worden?
Kan iemand dit woord uitspreken?
Het is een woord waarvoor ik graag een vervanging zou vinden.
Kunt u mij zeggen wat dit woord betekent?
Hoe schrijf je "pretty"?
Ik heb je iets te vertellen.
Een samengesteld woord is een woord dat gemaakt wordt door samenvoeging van enkelvoudige woorden.