Examples of using "Myśleć" in a sentence and their dutch translations:
Dus begon ik te denken:
Heb je een reden om dat te vinden?
Daar kan ik niet aan denken.
Ik kan niet aan alles denken.
Ik kon alleen maar aan haar denken.
Ik heb geleerd als Tom te denken.
Daarom denk ik dat het beslist een luchtspiegeling was.
En dan moet je gaan denken als een octopus.
Je begint na te denken over je eigen dood en kwetsbaarheid.
En ik voelde het, opeens.
Verwacht niet dat anderen voor jou denken.
...en we moeten nadenken over wat we achterlaten.
Je kunt niet van me verwachten dat ik altijd overal aan denk!
Als je een taal onder de knie wilt krijgen, moet je leren om in die taal te denken.
...moesten we veel nadenken. We hebben veel te danken aan die eenzame jaren.
"Ik kan niet nadenken met al dit lawaai," zei ze, starend naar de typemachine.
Hoe ze zo snel kan denken en die beslissingen kan nemen... Het is ongelooflijk.