Examples of using "Męża" in a sentence and their dutch translations:
Hou je van je man?
Ze had haar echtgenoot niet graag.
Ze haatte haar echtgenoot.
Ze vroeg haar man om melk te gaan halen.
Ik heb mijn man tot na middernacht opgewacht.
Ze was erg bezorgd om de gezondheid van haar man.
Een van mijn neven is met een romanschrijfster getrouwd.