Translation of "Dobrą" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Dobrą" in a sentence and their dutch translations:

Są dobrą parą.

Ze zijn een goed stelletje.

Masz dobrą pamięć.

- Ge hebt een goed geheugen.
- Je hebt een goed geheugen.

Mam dobrą pamięć.

- Ge hebt een goed geheugen.
- Gij hebt een goed geheugen.
- Je hebt een goed geheugen.

Podjąłeś dobrą decyzję.

Je maakte een juiste beslissing.

Wykonaliśmy dobrą robotę.

We hebben goed gewerkt.

Miałem kontakty, dobrą reputację.

Ik had een goed netwerk, een goede reputatie --

Dałeś mi dobrą radę.

- Je hebt me goed advies gegeven.
- U heeft me goed advies gegeven.
- Jullie hebben me goed advies gegeven.

Nie byłam dobrą matką.

Ik was geen goede moeder.

Dam ci dobrą radę.

Ik zal je een goed advies geven.

On jest dobrą osobą.

- Hij is een goed mens.
- Hij is een goeierik.

Znalazłem dobrą meksykańską restaurację.

Ik heb een goed Mexicaans restaurant gevonden.

Możesz polecić dobrą restaurację?

Kan je een goed restaurant aanbevelen?

Znalazłem dobrą restaurację meksykańską.

Ik heb een goed Mexicaans restaurant gevonden.

On dał mi dobrą radę.

Hij gaf mij een goede raad.

Mój brat ma dobrą pamięć.

Mijn broer heeft een goed geheugen.

Brak wiadomości jest dobrą wiadomością.

Geen nieuws is goed nieuws.

Ona jest bardzo dobrą nauczycielką.

Ze is een heel goede lerares.

Mam dla ciebie dobrą nowinę.

- Ik heb goed nieuws voor u.
- Ik heb goed nieuws voor jullie.

I wszystko to było dobrą wiadomością.

En dit was allemaal goed nieuws.

Czy Matka Teresa była dobrą kobietą?

Was Moeder Teresa een goede vrouw?

A jednak Tom podjął dobrą decyzję.

Tom heeft toch de juiste beslissing genomen.

Jak się masz? Miałeś dobrą podróż?

- Hoe gaat het met u? Hebt u een goede reis gehad?
- Hoe gaat het met je? Heb je een goede reis gehad?

Mam nadzieję, że miałeś dobrą podróż.

Ik hoop dat je een goede reis had.

Moja mama jest bardzo dobrą kucharką.

Mijn moeder is een heel goede kokkin.

Ma szczęście, że ma taką dobrą żonę.

Hij heeft geluk zo'n goede vrouw te hebben.

Dobrą rzeczą jest to, że zostaniemy wysoko. Łatwiej będzie utrzymać kierunek.

Het voordeel is dat je hoog blijft. Zo hou je richting.

W końcu te kraje mają dobrą pogodę i tysiące hektarów gruntów ornych.

Deze landen hebben niet voor niets een goed klimaat en duizenden hectaren aan landbouwgrond

Wejście w podziemia kopalni było dobrą decyzją. Znaleźliśmy jedno ze stworzeń, których szukaliśmy,

De verlaten mijn ingaan was een goed idee. En we hebben een van de dieren gevonden waar we naar zochten...