Translation of "Banku" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Banku" in a sentence and their dutch translations:

- Ona pracuje w banku.
- On pracuje w banku.

- Ze werkt bij een bank.
- Hij werkt op een bank.

Pracuje dla banku.

Hij werkt bij een bank.

Idę do banku.

Ik ga naar de bank.

Poszedłem do banku.

Ik ben naar de bank geweest.

Pracuję w banku.

Ik werk bij een bank.

Muszę iść do banku.

Ik moet naar de bank.

On pracuje w banku.

Hij werkt bij een bank.

Chce pan porównywać obrabowanie banku

...vergelijkt u het overvallen van een bank...

Mój ojciec pracuje w banku.

Mijn vader werkt bij een bank.

Mój brat pracuje w banku.

Mijn broer werkt bij een bank.

Obrabowanie banku to nie był grzech.

Het was geen zonde om een bank te overvallen.

On ma mnóstwo pieniędzy w banku.

Hij heeft veel geld op de bank.

Ona ma wujka, który pracuje w banku.

Zij heeft een oom die bij een bank werkt.

Ona ma wuja, który pracuje w banku.

Zij heeft een oom die bij een bank werkt.

Cudownie jest pójść do banku z czterdziestką piątką.

Het is prachtig om een bank in te gaan met een .45.