Examples of using "Tagalog" in a sentence and their dutch translations:
- Spreek je Tagalog?
- Spreekt u Tagalog?
- Spreken jullie Tagalog?
De Filipijnen worden "Pilipinas" genoemd in het Tagalog.
Toen Spanje de Filippijnen koloniseerde, werden ze bestuurd door Mexico-Stad. Dus het was het Mexicaans-Spaans, niet het Castiliaans-Spaans, dat het Tagalog beïnvloedde.