Examples of using "Città" in a sentence and their dutch translations:
Woon je in de stad?
Verlaat de stad.
Ik hou van deze stad.
- Ik hou van uw stad.
- Ik hou van jouw stad.
- Ik ben gek op jouw stad.
- Ik hou van jullie stad.
Bevalt de stad je?
In welke stad ben je?
Ik kom uit de stad.
Hij zal naar de stad gaan.
Ik ben in de stad.
Ze wonen in deze stad.
Ik hou van uw stad.
Jij gaat in de stad wonen.
Ik woon in een stad.
Ik woon niet in de stad.
Steden.
Ik zou graag een stadsplattegrond willen hebben.
Ik wil de stad niet verlaten.
- Ik hou van jouw stad.
- Ik hou van jullie stad.
Hoe lang ben je al in de stad?
- Regent het in jouw stad?
- Regent het in uw stad?
- Regent het in jullie stad?
Ik wil in de stad wonen.
Ik hou van mijn stad.
De hele stad stond onder water.
- Tom verliet de stad.
- Tom is de stad uit.
Wat een prachtige stad!
Ik ga naar het stadscentrum.
Ze slapen in de stad.
Rome is een oude stad.
- Ik hou van uw stad.
- Ik hou van jouw stad.
- Ik hou van jullie stad.
Ik zal je de stad laten zien.
In wat voor soort stad woon je?
En dit is geen informele stad of pop-up stad.
Ken jij de stad waar hij woont?
Hoe lang ben je al in de stad?
Ik hou van grote steden.
Ik ben van plan om in de stad te gaan wonen.
Hij woont in het westelijk deel van de stad.
Deze bende heeft de vrije loop...
De stad slaapt.
De stad is klein.
Ze wonen in deze stad.
Ik hou van deze stad.
Ze willen iedere stad fotograferen.
- Hij woont op het platteland.
- Hij woont buiten de stad.
Bevalt de stad je?
Wonen er veel mensen in jouw stad?
Nara is een heel oude stad.
Hij woont in een havenstad.
De stad wil de weg verlengen.
New York is een enorme stad.
Ik woon in een appartement in de stad.
De kerstman komt naar de stad.
Staat je school in deze stad?
- Zijn er veel clubs in jouw stad?
- Zijn er veel verenigingen in jouw stad?
- Ik ga voor een paar dagen de stad uit.
- Ik verlaat de stad voor een paar dagen.
Ik hou niet van grote steden.
Ik ga naar het stadscentrum.
Dan besloot de stad te verlaten.
Ik woon in een stad in de buurt van Boston.
Napels is een pittoreske stad.
Paco tekent stadsgezichten
Rome is een oude stad.
Tokio is een grote stad.
Berlijn is een Duitse stad.
Ik woon in een grote stad.
Ik zal je de stad laten zien.
- Heel de stad zat zonder elektriciteit.
- Heel de stad zat zonder stroom.
Wij komen uit de stad Padua.
Boston is een grote stad.
Ik wil een verkeersloze stad.
Ik zal je de stad laten zien.
Rome is een Italiaanse stad.
Ik woon in de stad.
Jullie stad is prachtig.
We wonen in een mooie stad.