Examples of using "Stivali" in a sentence and their dutch translations:
Ze heeft grote laarzen.
Ik draag vaak laarzen.
Ik heb mijn laarzen nodig.
Deze laarzen zijn duur.
Draagt Tom laarzen?
Deze laarzen zijn van mij.
Waar zijn mijn laarzen?
Ik wil skischoenen kopen.
We hebben de laarzen in groen, blauw en geel.
"Van wie zijn deze laarzen?" "Ze zijn van Lidya."
Waar kan ik een paar laarzen vinden?
Hij was gekleed in een eenvoudig reispak, gewapend met een sabel en gewikkeld in een brede groene jas; een zwarte veer, bevestigd aan zijn hoed door middel van een diamanten lus, viel terug op zijn edele gezicht en zwaaide op zijn hoge voorhoofd, beschaduwd door lange bruine haren; zijn met modder besmeurde laarzen en sporen kondigden aan dat hij een heel eind was gekomen.