Examples of using "Preparando" in a sentence and their dutch translations:
Ze was thee aan het maken.
Hij maakt thee.
Zij is thee aan het maken.
Wij zijn thee aan het maken.
Zij zijn thee aan het maken.
Ze maakt het avondeten klaar.
Ik maak een roerei.
Meg bereidt het ontbijt voor.
Tom maakt ontbijt.
Tom is thee aan het maken.
Maria is thee aan het maken.
Ze zijn zich aan het voorbereiden op nog een aanval.
Mijn moeder maakt het ontbijt klaar.
- Ik wist dat Tom spaghetti maakte.
- Ik wist dat Tom spaghetti aan het maken was.
- Ik weet dat Tom spaghetti maakt.
- Ik weet dat Tom spaghetti aan het maken is.
- Ik maak lasagne.
- Ik ben lasagne aan het maken.
klaar om de échte wereld binnen te stappen.
Tom pakt zijn koffers.
De meeste studenten bereiden zich voor voor de eindexamens.
Mama is een taart aan het maken.