Examples of using "Moneta" in a sentence and their dutch translations:
Geef me een munt.
De munt is goud.
Dit is een chocolademunt.
Er rolde een muntje van het bureau.
De jongens vonden een geldstuk.
- Ik heb een muntstuk op de stoep gevonden.
- Ik heb een geldstuk op het trottoir gevonden.