Examples of using "Leggo" in a sentence and their dutch translations:
Ik lees niet.
Ik lees geen boeken.
Ik lees stripboeken.
Ik lees vaak.
Ik lees alles.
Gewoonlijk lees ik terwijl ik eet.
Ik lees vaak boeken.
Ik lees zijn boek.
- Ik ben een tijdschrift aan het lezen.
- Ik lees een tijdschrift.
- Ik ben een boek aan het lezen.
- Ik lees een boek.
Ik lees de New York Times.
Ik lees.
Ik lees alle soorten boeken.
Ik lees zijn romans niet.
Ik lees boeken.
Ik lees dit soort boek niet vaak.
Ik lees de New York Times.
Ik las het artikel.
Ik lees langzaam om terug te kunnen denken aan de Zelfzuchtige Reus,
ik lees het even voor, want het is ingewikkeld.
Ik lees elke maand minstens één boek.
- Ik heb een brief gelezen.
- Ik las een brief.
Ik lees een boek.
- Ik lees de Koran.
- Ik las de Koran.
- Ik heb de Koran gelezen.
Nu lees ik, lees jij en leest hij; wij lezen allen.
- Ik lees regelmatig de Koran.
- Ik lees geregeld de Koran.
Ik lees de New York Times.
Ik ben de New York Times aan het lezen.
Ik heb het hele boek gelezen.
Ik lees alle soorten boeken.