Examples of using "Diede" in a sentence and their dutch translations:
Ann gaf mij dit geschenk.
Ze gaf de deur een zetje.
- Mijn grootvader heeft mij iets gegeven voor mijn verjaardag.
- Mijn grootvader gaf me een verjaardagscadeautje.
- Zij gaf hen een paar appels.
- Zij gaf hen een paar appelen.
Hij gaf me een cadeau.
Hij gaf mij een appel.
Hij gaf hem een boek.
Ze gaf hem een boek.
Aaron gaf het aan Sarah.
Sarah gaf het aan Aaron.
Tom diende zijn ontslag in.
- Ze gaf hem een klok.
- Ze gaf hem een horloge.
- Zij gaf hem een uurwerk.
Hij gaf me al het geld dat hij bij zich had.
Tom gaf me een pen.
Tom gaf me een baan.
Zij gaf Tom een appel.
- Hij heeft me een leuk cadeau gegeven.
- Hij gaf me een leuk cadeau.
Ze gaf een been aan de hond.
In 1814 gaf Napoleon Augereau het bevel over het leger van de Rhône.
- Hij gaf de hond een bot.
- Hij gaf een bot aan de hond.
De soldaat gaf me water.
Ze gaf hem een dikke zoen.
Ann gaf mij dit geschenk.
Tom gaf geen uitleg.
Hij gaf me twaalf teentjes knoflook.
De leraar gaf haar veel informatie over de universiteit.
- Hij heeft velen geld gegeven.
- Hij gaf geld aan veel mensen.
- Hij heeft veel mensen geld gegeven.
- Hij stak zijn eigen huis in brand.
- Hij stak zijn eigen huis in de fik.
Ze gaf me een boek voor Kerstmis.
Mijn oom heeft mij een boek gegeven.
Zij sneed de taart in 6 stukken en gaf aan elk kind een stuk.
Yaakov voederde het schaap.
Mijn oom gaf me dit horloge.
- Tom gaf me een mondharmonica voor Kerstmis.
- Tom gaf me een mondharmonica voor kerst.
Tom gaf Maria de sleutels.
Tom gaf Maria een halsketting.
Hij gaf haar haar eerste kus.
De dokter gaf haar morfine.
Ze gaf hem een oorvijg.
Tom maakte Maria uit voor verrader.
Mijn oom gaf hem een geschenk.
Tom heeft me niets gegeven voor Kerstmis.
Op aanraden van maarschalk Lannes gaf Napoleon hem het bevel over het Derde Korps
Tom stopte.
Hij gaf zijn leven voor de natie.
Tom gaf Mary een kerstcadeautje.
Tom gaf zijn paard water.
Tom gaf me een boek voor Kerstmis.
Tom gaf me deze cd voor kerst.
dus gaf de keizer hem het bevel over de infanterie van de keizerlijke garde voor de Jena-campagne.
De oude man gaf haar een popje.
- Ik ben het uurwerk verloren dat mijn vader mij gegeven had.
- Ik heb het horloge verloren dat mijn vader mij gegeven heeft.
- Ze is bevallen van een gezonde baby.
- Zij heeft een gezond kind ter wereld gebracht.
- Tom gaf me een heel mooi kerstcadeau.
- Tom heeft me een heel mooi kerstcadeau gegeven.
Mijn broer heeft me een spijkerbroek gegeven.
Mijn tante gaf me een boek voor Kerstmis.
Tom gaf Maria een Frans woordenboek.
Sami gaf Layla haar eerste koran.
Mevrouw Smith heeft haar tweede kindje ter wereld gebracht.
Mijn moeder heeft me haar naaimachine gegeven.
Tom gaf Maria iets kouds om te drinken.
Tom gaf de hond te eten.