Examples of using "Berlino" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben in Berlijn.
Je bent al naar Berlijn geweest.
Hij kwam naar Berlijn als een leraar.
Wanneer zijt ge naar Berlijn verhuisd?
- HIj kwam als leraar naar Berlijn.
- Hij kwam naar Berlijn als een leraar.
Berlijn ligt in Duitsland.
- HIj kwam als leraar naar Berlijn.
- Hij kwam naar Berlijn als een leraar.
Berlijn is een Duitse stad.
Hartelijk welkom in Berlijn.
Berlijn is de hoofdstad van Duitsland.
De grootste dierentuin van de wereld bevindt zich in Berlijn, Duitsland.
Een man landde op de maan. Een muur viel in Berlijn. Een wereld werd aaneengesloten door onze wetenschap en verbeelding.
Madrid Street is een straat in Belfast die abrupt eindigt bij de Berlijnse Muur. Die muur is ruim zeven meter hoog en opgetrokken uit baksteen, ijzer en staal, met bovenop scherpe punten en prikkeldraad.